Tijdens mijn behandeling en therapie voor mijn eetstoornis beangstigde het idee dat ik op een gegeven moment zonder zou moeten, mij heel erg. Al jaren ging ik kliniek in en kliniek uit, omdat ik iedere keer zo schrok van mijn gewicht en me direct voornam om thuis de eetstoornisregels weer na te leven. Ik wilde vanaf dag 1 het liefst mogelijk weer afvallen. Ik voelde dat ik heel erg behoefte had aan een plek om mijn verhaal kwijt te kunnen, anders dan mijn dagboek. Een vertrouwenspersoon die mij niet veroordeelde en die dat ook niet deed over de gedachtes en angsten die ik had. Deze band met iemand anders was niet de echte reden om telkens terug te vallen, maar het speelde wel een rol in mijn herstel. De motivatie voor een opname of een andere vorm van behandeling kwam ook altijd vanuit mijn psychologe. Zij was degene die altijd aan de bel trok, waar ik het allerliefste zo ver mogelijk heen ging in de eetstoornis.
Enerzijds was het enorm frustrerend dat zij er een stokje voor stak, want het voelde fijn om terug te luisteren naar de Anorexia, dat getalletje op de weegschaal weer te zien zakken en me 'plat' en 'leeg' te voelen. Anderzijds merkte ik natuurlijk ook aan mijn lichamelijke gesteldheid en mijn gemoedstoestand dat ik weer enorm ongezond bezig was. Ik kwelde mijn lichaam en zelf was ik niet in staat om het een 'halt' toe te roepen en de nadelen wogen niet zwaar genoeg om iets aan mijn gedrag te veranderen. Dat een ander die rol op zich nam was uiteindelijk ook wel weer een opluchting.
Echter, mijn gedrag in de kliniek was verre van wat ik in werkelijkheid wilde. Ik voelde de verantwoordelijkheid om een voorbeeld te zijn voor anderen en wilde niemand van de verpleegkundigen tegen me in het harnas jagen of laten zien dat ik dwars was. Ik wist op voorhand al dat ik na ontslag weer wilde afvallen, maar wilde wel een beter en eetstoornisvrij leven voor anderen. Dit maakte dat ik braaf deed wat er van me verwacht werd, mijn bord leeg at, me hield aan de afspraken en ook de uitdagingen vaak als eerste aanging om anderen te proberen te motiveren.
Zonder bij mijn eigen gevoel stil te staan.
Het leek op die manier dat ik heel gemotiveerd was en weinig hulp nodig had, maar bij mijn psychologe voelde ik me enkel vrij om alles op tafel te leggen. Ik herinner me het begin van een gesprek, waar ik over de dagelijkse bezigheden in de kliniek begon, waarna zij me vroeg om eens even stil te zitten met beide voeten op de grond. Dat moment brak ergens iets in mij en leefde mijn emoties op. Mijn verdriet, frustratie en woede kwam naar boven en rolde in tranen over mijn wangen. In eerste instantie kwelde ik mijn lichaam door naar de eetstoornis te luisteren, maar nu kwelde ik mezelf mentaal door over alle angsten te zwijgen en nergens bij stil te staan. De klap kwam pas later.

Het motiveren van anderen in de kliniek voelde als een taak en daarmee was het ook een goede motivatie om zo snel mogelijk weg te komen uit de kliniek. Als ik braaf zou luisteren, goed zou eten en me aan de regels hield, zou ik binnen de kortste keren weer aan mijn eetstoornis gehoor kunnen geven. Het nare was dat ik van tevoren nooit wist hoelang zo'n opname zou duren en hoelang ik mezelf en mijn angsten moest doorstaan. Ik wilde zo snel mogelijk weg, dus ik schakelde mijn gevoel uit en ging op de automatische piloot. Pas écht thuis kwam de klap en motiveerde dat om de eetstoornis weer een hand te geven. Iedere keer weer tussen de opnames door viel ik verder terug. Mijn gewicht zou nooit verder kunnen dalen dan de keer ervoor, dacht ik, maar iedere keer weer bleek het tegendeel waar.
Daarnaast maakte het idee dat ik in de kliniek zat ook een gevoel bij me los dat ik niet aan buitenstaanders kon laten zien dat ik het zwaar had. Het aankomen, de angsten, herbelevingen, nachtmerries en soms ook zelfmoordgedachtes waren geen dingen waar ik echt over kon praten met anderen behalve mijn psychologe. Klasgenootjes, familie en kennissen wisten dat ik in de kliniek zat, hulp kreeg en aan het herstellen was. Dat idee beangstigde me, want het mocht nu in hun ogen niet meer slecht gaan. Ik kreeg toch hulp dus dan was er toch niets meer om me zorgen om te maken of bang voor te zijn?
Mijn klasgenootjes destijds vroegen wel eens wat over het leven in de kliniek, maar ik durfde niet over de ellende te praten. Ze zagen wel dat ik aankwam in gewicht en bestempelden dat als een goed teken, maar wat er werkelijk aan de gang was in mijn binnenste durfde ik gewoon niet uit te spreken. Ik schaamde me ervoor, want aan de buitenkant ging alles beter, dus moest dat mentaal ook zo zijn.

Na al die jaren behandeling, therapie en waardevolle levenslessen weet ik nu wel beter. Net als dat iemand met kanker na een chemobehandeling niet meteen 'clean' is of geen terugval meer kan hebben, ben je bij het herstellen van je gewicht en je eetpatroon ook niet meteen van je eetstoornis af. Mensen hebben doorgaans ook wel eens een dip of een mindere periode. Het leven gaat helaas niet altijd over rozen, maar in mijn ogen moest wel alles perfect gaan en altijd positief zijn. Een doel om na te streven dat eigenlijk van nature niet haalbaar is, besef ik nu. Nu ik weet dat ik niet de enige ben bij wie het soms tegen zit, dat herstel van wat dan ook nooit in een rechte lijn omhoog gaat en ik me daar niet voor hoef te schamen, durf ik er ook meer over te vertellen. Ik ben niet iemand die zegt dat het slecht gaat, maar ik ontken het ook niet meer als het soms even lastig is allemaal.
Het feit dat ik soms worstel met mijzelf, mijn angsten, mijn gedachten en de confrontatie tussen de eetstoornis en de realiteit maakt ook gewoon dat ik mens ben. Het voelt niet altijd even fijn om open te zijn over het feit dat het even niet goed gaat. Ik ben vaak meteen bang dat ik anderen belast of een negatieve sfeer overdraag, maar dat hoeft niet zo te zijn. Het delen van je problemen en lasten kan juist ook opluchting geven en een beladen deel van je schouders halen. Soms is het enkel al fijn om even iets te vertellen, zonder dat daar een oplossing voor hoeft te zijn. Het zit niet meer enkel in je eigen hoofd en er gaat een deurtje open om hulp te kunnen vragen en ontvangen.
Herstellen is mooi en het is het uiteindelijk allemaal waard om de moeite en de tijd erin te steken die je ervoor nodig hebt. Maar, wees niet bang dat het soms even nodig is om een stap terug te zetten, dat het niet altijd goed hoeft te gaan en dat je het waard bent om hulp te vragen en steun te ontvangen wanneer het even tegen zit. Je bent niet alleen, ook al voer je de strijd wel zelf.
You were born to be real, not to be perfect
Reactie plaatsen
Reacties