Het begon allemaal heel onschuldig door te gaan lijnen en gezonder te willen eten. Ik liet koekjes en snoepjes weg en verving dat allemaal door groente en fruit. Mijn gedachtes werden steeds extremer, omdat ik een kick kreeg van het dalende getal op de weegschaal. Het voelde goed en hoe sneller mijn gewicht daalde, hoe beter. Na een paar weken hield het afvallen een beetje stand en besloot ik om mijn eten soms weg te laten. Natuurlijk niet heel opzichtelijk, zodat mijn ouders en klasgenoten het niet in de gaten hadden. Thuis moest ik gewoon eten of deed ik bij het ontbijt alsof ik gegeten had, terwijl ik als eerste beneden kwam en eigenlijk alleen thee dronk en de strips op de achterkant van de krant las. Op school gooide ik mijn brood weg, bleef lang op de wc zitten om de pauze door te komen of verschool me in de schoolbibliotheek met de smoes dat ik nog werk had of dingen wilde nalopen voor een opdracht.
Mijn gewicht daalde wel, maar pas na een paar weken dit patroon vol te houden zakte het in een dramatisch tempo. Enerzijds kon ik mijn geluk niet op, want dit was wat ik wilde en ik kreeg er complimentjes en een kleinere kledingmaat voor terug. Anderzijds moest ik ook mentaal best wat moeite doen om tegen het stemmetje in te gaan die schreeuwde om rust en voeding. Eten werd niet meer gezien in de vorm van een dieet, maar het was een heuse angst die uiteindelijk zelfs leidde tot het feit dat ik al bang was om van water aan te komen.
Kcal tellen was niet aan de orde, ik had me nog nooit echt verdiept in de voedingswaarde van producten en was gewoonweg te bang om überhaupt iets te drinken of in mijn mond te stoppen. Het voelde uitzichtloos en toen mijn ouders erachter kwamen, nam bij hen de wanhoop toe. Een eetstoornis loerde om de hoek als ik er niet snel bij zou zijn, maar eigenlijk was het al te laat. Ik zat al zo vast in het gedachtepatroon van de Anorexia en had er baat bij (tenminste, zo voelde het voor mij) dat ik het niet meer los kon en wilde laten. Een eetpatroon oppakken leek moeilijker dan gedacht aangezien alles mij angst aanjoeg en elke kcal die ik binnenkreeg was er één te veel.

Toen ik voor het eerst in de eetstoorniskliniek terecht kwam, ontmoette ik enkele meiden en vrouwen die ik continu op de achterkant van verpakkingen zag kijken van producten in de 'tussendoorkast'. Ik was wel eens benieuwd waar ze nu naar keken en ook ik merkte aan tafel dat in het begin mijn productkeuzes anders waren dan die van de rest. Bijvoorbeeld bij het broodbeleg. Ik was de enige die kaas en honing nam, puur omdat dat in mijn ogen natuurlijke en dus gezondere keuzes waren. Daartegenover namen anderen dan weer gestampte muisjes en bebogeen en die connectie maakte ik mentaal niet helemaal. Als groep leef je echt met elkaar mee en werd er in therapieën en praatsessies veel met elkaar gedeeld. Zo kwam ik erachter dat het anderen heel erg om het aantal kcal ging en dat hoe meer kcal je at, hoe meer je volgens hen zou aankomen. De vragen die ook de diëtiste met ons in de groep beantwoordde, beangstigden mij en veranderden mijn beeld over voeding. Ik vond een glas melk gezonder dan dat blikje cola zero, maar aangezien kcal de invloed vergroten op wat je gewicht doet, begon ook mijn mentale focus te verschuiven.
Nadat ik intern was opgenomen veranderde mijn angst voor eten in een angst voor kcal. Ik werd gedwongen om een bepaald eetplan te volgen en het was de manier van de Anorexia om ervoor te zorgen dat ik binnen dat eetplan zo beperkt mogelijk at en dronk waar het kon. Waar ik eerder voor kaas koos, verplaatste ook ik mijn belegpatroon naar de gestampte muisjes. Zelfs thee werd een obsessie en alles wat maar een smaakje had, had in mijn ogen ergens extra verstopte kcal. Mijn achterdocht naar eten vergrootte daardoor. Tegelijkertijd had mijn eetstoornis ook een soort intern notitieboekje waar het al dit soort producten in opschreef. Wanneer ik dan honger had en behoefte aan iets van suikers of een smaakje dan kon ik altijd nog uitvluchten naar vruchtenthee of die cola zero.
Mede doordat ik was begonnen beter te leren eten, kwam mijn hongergevoel terug en ook met regelmaat. Wanneer ik niet at, terwijl ik op datzelfde moment op een andere dag wel volgens mijn eetplan moest eten, begon het in mijn maag al te knagen. Mijn lichaam was gewend aan het raken dat ik weer goed en voldoende ging eten, waar ik eerder urenlang zonder eten kon en het 'lege maag'-gevoel me altijd een kick gaf. De eetstoornis trok heel erg en wilde het liefst niet eten, maar het voelde ook steeds ondraaglijker buiten de kliniek om wanneer ik me tegen die knagende maag moest verzetten.
Mezelf volstoppen met kcal-arm voedsel, (rauwe) groente, fruit en light (fris)dranken boden voor mijn eetstoornis een uitkomst om mezelf niet te veel te hoeven kwellen. Ik kon mijn lichaam voor de gek houden en laten denken dat het energie binnen kreeg, waar dat eigenlijk niet zo was. Tenminste, voor heel even. Ook om sauzen en smaakmakers uit de weg te gaan, greep ik standaard naar het zoutvat. Ik heb ook veel lotgenootjes gekend die zich heel erg vastklampten aan suikervrije kauwgom, maar zelfs dat joeg bij mij angst aan. Mijn hoofd had allerlei ideeën over voeding en kcal die niet realistisch zijn. Ik geloofde ook klakkeloos wat er door anderen in de kliniek werd verteld en ging mee in rare theorieën. Het vertrouwen in de wereld, in de voedingsdeskundigen en mijn eigen ideeën over voeding stond op een wankel voetstuk. Geen idee waar ik nu vertrouwen in kon hebben qua informatie en deskundigheid, wat de angst voor alles wat met eten en kcal te maken had verergerde.

Al met al hebben de klinische opnames en het contact met lotgenootjes mijn blik op voeding heel erg veranderd, verergerd en heftiger gemaakt in mijn hoofd. De ideeën die ik had veranderden, doordat ik andere inzichten opdeed en met anderen in gesprek kwam.
Wat ik nu wel weet is dat je lichaam echt niet gek is. Je kunt jezelf misschien mentaal voor de gek houden door light en kcal-arme dranken en voeding tot je te nemen, maar je lijf heeft gauw genoeg door of de energie die het binnenkrijgt wel werkelijk nuttig is om de dag mee door te komen. Dat blikje cola zero zal misschien voor even een verzadigd gevoel geven. Ook vooral door de koolzuur die het bevat. Echter, al snel zul je toch weer trek of honger krijgen naar wat anders, omdat je geen werkelijke energie binnenkrijgt die je verbrandingsproces en metabolisme op gang houden. Extreme honger zal niet weggaan door jezelf vol te stoppen met kcal-arm eten en drinken. Je kunt je er heel opgeblazen door voelen, maar je lichaam blijft signalen uitzenden dat het nog steeds honger heeft. Ook mentaal zullen je ideeën voor voeding niet verdwijnen tot je uiteindelijk toegeeft aan jouw echte 'cravings'.
Dat wilt niet zeggen dat een keer light frisdrank of wat extra groente en fruit kwaad kunnen. Natuurlijk kun je hier wel eens wat meer van nemen, maar wanneer het een oplossing moet zijn voor de honger die je ervaart als je (extreme) honger ervaart, maar niet durft toe te geven aan het feit dat je echte energie nodig hebt, gaat het niet werken. Het gaat niet de uitkomst opleveren waar je naar verlangt en je zult jezelf net zo kwellen als wanneer je niet eet of elke keer het eten compenseert. De oplossing ligt hem niet in het omzeilen van de honger, maar in het toegeven eraan. Angst is iets wat iedereen kent en wat ook terug kan komen, maar het is vaak ongegrond, zonder ervaring en zal pas blijken wanneer je er tegenin gaat.
Tegenwoordig drink ik wel eens een cola zero, maar als ik twee blikjes koop en in de koelkast leg duurt het nu letterlijk maanden voor ik ze op heb. Ik heb de behoefte niet meer om mezelf met kcal-arme voeding en drinken vol te stoppen. Ik hoef niet meer bang te zijn dat ik 'leeg' ben en mijn lichaam heeft het vertrouwen dat ik met het voedingspatroon van nu gewoon goede en voldoende energie binnenkrijg.
You don't only exist to lose weight and be pretty
Reactie plaatsen
Reacties