Introvert of extravert

Gepubliceerd op 3 juni 2023 om 22:44

Hoe introvert of extravert ben ik?

Jij bent voor 70 procent introvert.

Jij scoort 15 van 50 punten op de extraversieschaal.

Introversie en extraversie zijn tegenhangers. Extraverte mensen krijgen energie van sociale interactie en prikkels uit hun omgeving, terwijl introverte mensen die energie juist krijgen als ze hun aandacht naar binnen richten. Dit vertaalt zich in kenmerkend gedrag. ‘De typische extravert praat graag en makkelijk, is ondernemend, neemt vlot besluiten en plaatst zichzelf graag op de voorgrond. Introverten daarentegen zijn bedachtzaam, denken na voordat ze praten, hakken niet makkelijk knopen door en blijven liever buiten de schijnwerpers.’

 

Alhoewel ik denk dat bovenstaande score wel ongeveer overeenkomt met hoe ik over mezelf denk als ik het heb over introversie en extraversie, ben ik sinds dat ik de MinnieMaud-methode gevolgd heb toch zeker een stuk extraverter geworden in vergelijking met de periode dat ik diep in de Anorexia verzonken zat.

Toentertijd gingen mijn gedachtes enkel uit naar (niet) eten, bewegen en overcompenseren. Ik was continu bezig om mezelf te kwellen met als hoofddoel om af te vallen en mijn gewicht te beïnvloeden, waardoor ik geen energie en tijd over had voor sociale contacten. Ik moet eerlijk zeggen dat ik er totaal geen zin in had en het allerliefste mezelf terugtrok op mijn slaapkamer met iets creatiefs of me bezighield met sporten en het ontlopen van allerlei sociale bijeenkomsten. Niet afspreken met anderen gaf mij meer ruimte om met mijn eetstoornis bezig te zijn en de meeste dialogen die ik had, waren die met mezelf. Hoe kon ik het beste die verjaardag ontlopen? Hoe kon ik ervoor zorgen dat mijn ouders het niet merkten dat ik 's ochtends niet ontbeet en welke smoes kon ik vandaag verzinnen om in de pauze weg te blijven en niet te hoeven eten? Door me zo veel mogelijk terug te trekken en mensen te ontlopen, vereenzaamde ik meer en meer en kroop ik enkel verder in de Anorexia. 

 

En dat, terwijl ik me nog kan herinneren dat ik als klein meisje een hekel had aan weekenddagen die niet ingevuld waren. Wanneer er niets op de planning stond, vroeg ik meteen aan mijn moeder of ik mocht bellen of bijvoorbeeld opa en oma op bezoek konden komen. Ik was echt een mensen-mens en had het liefst veel gezelligheid om me heen. Naarmate ik ouder werd, het pesten zijn intrede nam en ik Anorexia ontwikkelde, verminderde dat steeds meer tot ik de zin en energie uiteindelijk niet meer kon opbrengen om echt leuk contact met anderen te hebben en/of onderhouden. 

 

Het was een periode die ik me ook als heel eenzaam herinner. Zeker toen ik in het tweede en derde leerjaar van de middelbare school met enkel jongens in de klas zat en heel veel lege tussenuren had in mijn lesrooster, trok ik me vaak terug in een leeg lokaal, zwierf ik rond in de gangen op zoek naar een afgelegen plekje en stortte me op mijn huis- en leerwerk. Echte vriendinnen had ik toen niet. Ik hoorde nergens echt bij. Tijdens de pauzes zat ik wel bij een groepje meiden dat zo beleefd was me bij hen te betrekken, maar ik had vanaf dag 1 al door dat onze interesses totaal verschillend waren en dat het contact niet vrijblijvend zou zijn. 

Het feit dat ik mezelf zo terugtrok, lokte de jongens bij mij in de klas ook uit . Tenminste, dat idee heb ik nu ik erop terugkijk. Ze bespotten me, vuurden denkbeeldige geweren op me af en maakten de eenzaamheid en kwelling in mij daardoor enkel groter. De eetstoornis werd meer en meer een (h)echte vriendin en was de enige manier om mezelf nog op de been te houden. Door haar had ik in ieder geval nog een doel in het leven, kon ik ergens terecht en had ik iets om voor te werken. Ik isoleerde mezelf in mijn eigen wereld en hield contacten zo ver mogelijk bij me vandaan. Ik had er geen zin in om met anderen een praatje te maken en het enige waar ik het toch over wilde hebben was (niet) eten en zo veel mogelijk manieren verzinnen om af te vallen. Maar, er was er maar één met wie ik het daar echt over kon hebben en dat was met mijn Anorexia zelf. Echter, waar het me in mezelf keren en naar de Anorexia luisteren een hele veilige haven leek en een rots in de branding was, werkte ik mezelf lichamelijk en mentaal eigenlijk de nesten in. Ik zat er zo in verweven dat ik het helemaal niet door had. 

 

Tegenwoordig moet ik mezelf wel socialer opstellen. Ik heb een baan waarbinnen ik veel met mensen in contact kom, maar toch vind ik dat soms nog moeilijk. Er zijn momenten dat ik heel uitbundig kan zijn en heel vlot overkom, maar ik heb ook genoeg dagen dat ik me wat afzonder, afzijdiger ben of dat ik het allerliefste gewoon wil doorpakken en mijn werk wil afmaken zonder te veel gestoord te worden.  Als iemand een gesprek wilt aanknopen en ik ben bezig, probeer ik altijd te multitasken met mijn werk en hoop ik stiekem dat ik gauw weer verder kan. Ik weet niet precies hoe het komt, maar contact hebben voelt vaak wat onbehaaglijk. Bij sommige mensen weet ik dat het even een paar vragen heen en weer is en dat we dan ieder onze weg vervolgen, maar bij anderen kan ik al een lange riedel aan voelen komen en daar voel ik niet zo veel voor. Ook wanneer iemand wilt afspreken voel ik vaak al direct een zweem van paniek opkomen en niet zozeer omdat ik het niet wil, maar omdat het voelt als een inbreuk in mijn eigen wereld. Het is invulling van tijd die ik misschien anders in wil plannen. Een extra druk en ballast op mijn schouders om leuk te doen, enthousiast over te komen en de wereld door een roze bril te zien om het de ander naar de zin te maken. Tuurlijk probeer ik me daar soms overheen te zetten. Zeker als mijn ouders willen langskomen, moet ik het toch ook een keer toelaten en accepteren dat ik alleen goede contacten onderhoud als ik mensen ook af en toe zie en spreek. Maar, ik ben er geen groot fan van dat anderen bij me over de vloer komen.

Dat is ook de reden waarom ik al jaren mijn verjaardag niet meer vier en het ook helemaal niet erg vind als ik die dag, of op welke feestdag dan ook, moet werken. Het idee om in een omgeving te zijn met mensen waarmee ik verplicht een gesprek moet aanknopen en leuk moet doen, terwijl het misschien helemaal niet oprecht voelt, vind ik alles behalve fijn. Ik heb een hekel aan vaste bezoekjes, lange afspraken en het gevoel dat mensen verwachten dat ik ergens een hele middag zal blijven. Als ik op bezoek ga, wil ik het liefst na een uurtje al weg. Dan heb ik het wel al gezien, tenzij ik met diegene(n) iets heb afgesproken om te gaan ondernemen. Een middagje winkelen bijvoorbeeld of een wandeling maken, vind ik prettiger, aangezien ik dan ook iets aan het doen ben. 

 

Begrijp me heel goed: Dit ligt niet aan de ander of dat ik anderen niet mag, maar het is een stukje in mijzelf. Ik wordt onrustig van afspraken en heb heel graag meer eigen tijd en ruimte. Eerder trok de eetstoornis me hierin naar beneden, maar tegenwoordig komen er allerlei mooie ideeën uit voort, motivatie, kracht om anderen te helpen en inspiratie om een voorbeeld te kunnen zijn voor anderen.

Het klinkt misschien wat negatief en ik heb altijd gedacht dat mensen met meer extraversie beter zijn, maar ik heb geleerd dat daar geen 'goed' of 'fout' in zit. Iedereen is anders en dit stukje hoort bij mij. Maar... toch is het anders dan dat het was, want door gehoor te geven aan de signalen van mijn hoofd en lichaam kwam er mentaal meer ruimte voor andere dingen. Door beter te eten, mezelf niet meer te kwellen en uit te hongeren, ontlastte ik mezelf van handelingen die ik diep vanbinnen niet wilde uitvoeren. Dit bracht positiviteit, energie en enthousiasme met zich mee voor sociale contacten en zo ontstond mijn Youtube-kanaal en ontwierp ik deze site. 

Nu, jaren later, ben ik er redelijk oké mee om af en toe eens af te spreken. Alleen, een grote voorstander ben ik er nog steeds niet van. Ik weet dat het goed is om contacten te onderhouden, of het nu familie/vrienden/kennissen/collega's zijn, zodat je altijd iemand hebt om op terug te vallen als het even niet goed gaat of wanneer je problemen hebt. In eerste instantie ben ik toch nog liever op mezelf, in mijn eigen wereldje, mijn eigen hoofd en breng ik zelf de dag door in plaats van het om iemand of enkele mensen heen te plannen. Soms kan ik er heel erg tegenop zien om af te spreken, maar valt het naderhand ook wel weer mee of heb ik het juist leuk gehad. Op mijn werk ben ik ook gewoon verplicht om af en toe contact te hebben met mensen en heb ik ervaren dat er toch ook wel voordelen aan hangen dat anderen je kennen, je aanspreken en het fijn vinden om je aandacht te hebben. Vooral de kleine kindjes die me soms herkennen en me aan mijn schortje trekken, doen wat moois met mij vanbinnen. Ook collega's die zorg voor me dragen achter mijn rug om of een oogje in het zeil houden, dat zijn toch dingen die ik nu als heel waardevol beschouw. Door contact te hebben, kennen mensen mij beter en wordt ik ook stapje bij beetje wat enthousiaster en losser.

Maar, als ik dan uiteindelijk thuis kom, mezelf gedoucht heb en op de bank plof, denk ik : 'Dit is van mij, mijn eigen stulpje, mijn veilige haven en dat kan niemand me afnemen'. Heerlijk vind ik dat.

 

When I go home, it's an easy way to be grounded. You learn to realize what truly matters.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.