Voor veel omstanders en zelfs voor lotgenoten is het heel moeilijk te begrijpen wat er in het hoofd van de ander omgaat wanneer je kampt met een eetstoornis. Het is alsof mensen het lijken te weten, omdat er een bepaalde definitie bestaat in de DSM, maar op deze manier wordt iedereen over één kam geschoren. Terwijl, iedereen is uniek, iedere stoornis uit zich op een andere manier, elk karakter reageert daar anders op en gaat daar ook anders mee om. Wat wel algemeen bekend is, is dat een eetstoornis een soort tweede persoonlijkheid vormt die bepaalde gedachtes creëert waar je heilig in gaat geloven. Op deze manier wordt het lastiger om de realiteit van je eigen wereld te onderscheiden. De gedachtes en angsten die je jezelf aanpraat, door invloeden van buitenaf, maken dat je je een beeld vormt van wat 'perfectie' inhoudt en wat jij zou moeten uitstralen.
Zo gebeurde het mij dat ik dacht dat enkel heel dunne vrouwen ideaal waren, eten in het openbaar ten zeerste verboden is en chocola/ijs/koekjes en alles wat maar als lekker en ongezond wordt bestempeld, moest ik achterwege laten. Het begon heel onschuldig met dit soort 'ongezonde' voeding om te zetten in groente en fruit, maar al gauw vond ik mijn gewichtsdaling niet snel genoeg gaan en ontwikkelde ik een angst om überhaupt te eten en te drinken. De momenten dat ik iets tot me nam werden enkel schaarser tot ik uiteindelijk niets meer at of dronk.
Ik had, toen ik mijn eetstoornis ontwikkelde, nog maar weinig kennis over voeding en psychologie en wist dus ook nagenoeg niets van Anorexia, Boulimia en al helemaal niets van de eetproblemen die je tegenwoordig allemaal kunt ontwikkelen. Laat staan de werkelijke gevolgen die dit kan hebben op mentaal als wel lichamelijk vlak. Het is een onderwerp dat toentertijd, en dan spreek ik over ongeveer tien jaar geleden, nog niet veel aan bod kwam en er was ook nog niet zo heel veel over bekend. Stoppen met eten gaf mij nog niet direct paniek en het voelde juist heel prettig om te zien dat ik ook eens iets goed kon, na al die jaren getreiterd te worden om mijn te dikke lichaam. Nu ik eindelijk controle leek te hebben hierover en mijn gewicht omlaag kon krijgen, wilde ik dit behouden en koesteren. Zo veel en zo snel mogelijk gewicht verliezen werd een streven, maar wat ik ervoor terug kreeg en hoe erg ik mezelf kwelde met alle klachten die daarbij zouden komen kijken, daar had ik niet bij stilgestaan.

Omdat ik van een hoger gewicht kwam in vergelijking met mijn leeftijdsgenootjes, merkte ik in het begin van het afvallen niet zo heel veel. Enkel dat getalletje op de weegschaal ging omlaag, maar verder was er nog vrij weinig besef dat mijn gedrag 'ongezond' zou zijn. Wat er wel al aan de hand was, maar waar ik nu pas realistisch op terug kan kijken, is het feit dat ik mentaal al heel erg ver in het stadium van de eetstoornis zat ten tijde van het afvallen. Door de manier waarop ik dacht over mijn lichaam, gewicht, voeding, beweging en sociale contacten, is dit eigenlijk het eerste gebied waaraan ik had kunnen merken dat ik niet meer 'normaal' functioneerde. Echter, dit is nauwelijks opmerkbaar als je zo in je eigen wereldje zit. Ik had het enkel aan mezelf kunnen zien als ik als buitenstaander vanaf een afstandje mezelf had waargenomen. Juist door het feit dat ik in mijn eigen cocon leefde, ontwikkelde ik een ongezond gedachtepatroon waar ik naar ging handelen. Ik dacht er niet aan dat het niet goed voor me zou zijn. Want, na een lange tijd had ik eindelijk invloed op mijn gewicht, kon ik eindelijk kleding aan die andere meiden ook droegen en werd ik niet meer in mijn buik geprikt, omdat ik daar meer vet had zitten.
Ondertussen kwamen er meer angsten die steeds groter werden in mijn hoofd. Hoe meer ik hierin verwikkeld raakte, hoe meer ik me ook ging afzonderen van sociale contacten, met mijn neus in de boeken dook en de focus volledig legde op het afvallen en negatief beïnvloeden van mijn gewicht. Uiteindelijk had de weegschaal mij zo in zijn greep dat ik er wel drie keer per dag op kon staan en leefde ik uiteindelijk enkel op een beetje water, een rijstwafel en een paar partjes mandarijn. De beweging die daar tegenover stond, was vele malen meer dan dat ik eigenlijk af kon. Maar, door de dwang van de Anorexia, de 'kick' die ik telkens kreeg als mijn gewicht weer was gezakt, het sterke gevoel van een lege maag en lichte gevoel in mijn hoofd, kon ik mezelf blijven motiveren dat dit de goede weg was.
'Wie mooi wilt zijn, moet pijn lijden'.
Tja, dat laatste is een ding dat zeker was...
Op een gegeven moment begon ik lichamelijk verschijnselen te krijgen van ondervoeding en slechte zelfzorg. Zeker toen ik in het klinische traject belandde en mijn eetpatroon schommelde tussen een gezondere balans en thuis weer hervallen in de Anorexia, kon mijn lichaam geen evenwicht meer houden en kreeg ik allerlei kwaaltjes. Door de ondervoeding was mijn menstruatiecyclus eerder al opgehouden. Mijn lichaam had geen energie genoeg om dat proces op gang te houden en alhoewel het een teken van vruchtbaarheid is en eigenlijk heel belangrijk als vrouw-zijnde, vond ik het helemaal niet erg. Omdat ik op 11-jarige leeftijd al ongesteld was geworden en dit zeer onregelmatig en ongemakkelijk bleef, kwam het eerlijk gezegd een beetje als een cadeautje dat het ineens niet meer elke maand in alle hevigheid terugkwam. Later pas kwam ik erachter dat het me misschien op latere leeftijd nog wel eens in moeilijkheden kon brengen en het me kon beletten om misschien kinderen te krijgen. Daarbij zou ondergewicht en het wegblijven van mijn emoties ook ervoor kunnen zorgen dat ik überhaupt nooit verliefd zou worden.
Daarna begon ik in mijn huid verkleuring te zien. Een blauwe schijn die aan gaf dat ik te weinig energie binnen kreeg en mijn lichaamstemperatuur niet meer op peil kon houden. Ik had het hierdoor altijd koud wat ik kon zien aan de blauw/paarse kleur onder mijn nagels, tenen, handen en op mijn lippen. Ik beefde ook heel snel en het duurde maar lang eer ik weer een beetje opgewarmd was. Het oppervlak van mijn huid begon te scheuren en niet enkel als ik langs iets scherps ging of iets beet pakte, maar ook door het temperatuurverschil van warm naar koud of vise versa. Ik kreeg overal kleine wondjes en sneetjes die venijnig pijn deden, maar ook net als het niet-eten een gevoel gaven van kracht als ik er 'gewoon' doorheen zou gaan.
Doordat mijn huid zo teer en broos was, had ik ook last van doorzit, -loop en -lig plekken. Op mijn rug, onder mijn voeten, op mijn stuitje waren overal donkere blauwe plekken te zien en ik kon een houding niet lang volhouden, omdat het dan op die drukpunten pijn ging doen. Op die punten kwamen ook donshaartjes. Een lichamelijk mechanisme om me toch nog warm proberen te houden onder die slechte omstandigheden. Af en toe heb ik daar nog steeds last van, omdat mijn huid op die plekken zo aangetast is geweest, dat het zich nooit meer ten volle terug zal kunnen ontwikkelen. Ook als het winter wordt en de temperatuur onder de 10 graden zakt, krijg ik heel snel last van winterhanden en -voeten. Ze koelen dan sneller af, worden stijf en ik kan ze in een eerder stadium al minder goed gebruiken als andere mensen. Het zijn de gevolgen van mijn Anorexia waar ik achteraf pas inzicht in heb gekregen. Wanneer je er middenin zit, denk je dat je goed bezig bent en dat wat je doet je sterk maakt. Uiteindelijk sloop je je lichaam, waar je altijd nog de gevolgen van zult moeten dragen. Dat is een realisatie die nu pas boven komt.

Uiteindelijk zijn er gelukkig ook bijkomstigheden die wél weg zijn gegaan en weg zijn gebleven. Door beter te gaan eten en mijn energielevel weer op peil te brengen, kan ik nu weer mijn evenwicht bewaren, mijn lichaam beter op temperatuur houden, terug mijn spieren opbouwen en aansterken. Het mooiste verschil en compliment dat ik van mensen nabij mij heb gekregen, is dat ze vonden dat er weer leven in mijn ogen te zien was. 'Je sprankelt weer', is tot nog toe het allermooiste en meest waardevolle compliment dat ik heb gekregen en dat me altijd bij zal blijven. Niet alleen door het gebrek aan energie, maar ook door de antidepressiva die ik moest slikken, kregen mijn ogen een hele doffe, grijze uitstraling. En zo voelde ik me ook : doods, op en moe van het 'zijn'. Het leven was uit mij weggevloeid en de motivatie om er iets aan te doen, ontbrak. De verandering van mijn voedingspatroon en manier waarop ik nu in het leven sta, hebben dus ook werkelijk naar de buitenwereld toe een positieve impact gehad. Dat mensen zich open voelden om dat aan mij terug te geven en me onbewust op die manier kracht en nog meer motivatie gaven om de eetstoornis opzij te zetten, is een gegeven waar ik heel dankbaar voor ben.
When I lost all of my excuses, I found all of my results.
Reactie plaatsen
Reacties