Soms heb je wel eens het gevoel dat alles tegen staat; verslaap je je, drink je een slechte bak koffie, kom je op het nippertje op je werk, laat je van alles vallen en moet je ook nog overuren draaien. Het is niet altijd rozengeur en maneschijn, niet in het dagelijks leven evenals mentaal. Ik heb zelf periodes gehad waarin ik heel neerslachtig was en opstond met de wens om mijn bed terug in te duiken en me niet te laten zien. In de kliniek, tijdens mijn behandeling voor de eetstoornis, heb ik dit ook vaak gehad. Ik wilde ergens wel veranderen, maar niet op hun wijze. Wat voeding betreft voelde een dag voor mij als een continue eetbui. Het ene was nog niet op of de volgende maaltijd stond alweer voor de deur. Over producten en porties werd niet gespeculeerd. Dat werd allemaal voor je bepaald. Alles werd door richtlijnen bepaald en alhoewel ik nu dankbaar ben dat ik hulp heb gekregen, is het voor mij allemaal te geforceerd gegaan. Verplicht aankomen, niet een beetje, maar elke week minimaal een halve kilo...het zorgt gewoon voor zoveel onrust, verdriet en walging naar jezelf. Je doet wat je wordt opgedragen, anders stappen ze uiteindelijk naar de rechter, met de conclusie dat ze je verplicht sondevoeding mogen geven. Dat wil je al helemaal niet..
Vrijwel elke avond lag ik in bed met het gevoel dat ik er 10 kilo aan gegeten had die dag, walgde van mijn spiegelbeeld, durfde mijn kleren niet meer te passen en zag geen uitweg. Je hoofd schreeuwt om je te stoppen: ‘Dit gaat te ver!’ ‘Ik wil dit niet!’ Maar dat gaat niet zolang je daar opgesloten zit.
Éen gedachte die me een klein beetje troost kon bieden, was het feit dat ik niet alleen was. Als lid van een groep lotgenootjes hoefde ik het niet allemaal in mijn uppie te trotseren. Zij stoten tegen dezelfde drempels, emoties en tegenstrijdigheden aan.

In eerste instantie durfde ik niet open te zijn over mijn emoties en moeilijkheden buiten de groep. Tijdens mijn eerste behandelingen was ik zo rond de 14 jaar en heel onzeker over mijn plekje in de groep. Ik had het gevoel me groot te moeten houden, omdat ik vaak nog de jongste was. Dit maakte dat ik ook niet echt open durfde te zijn over waar ik tegenaan liep. Natuurlijk hadden we wel therapie en kregen we psychoeducatie, dit is een vorm van informatie die zich richt op feitelijk en hedendaagse onderwerpen die van belang zijn als je een eetstoornis hebt. Dit kon bijvoorbeeld gaan over medicatie, het maatschappelijke beeld dat voor mannen en vrouwen als ideaal wordt gezien of verschillende diëten die ‘in’ zijn en wat dit met je kan doen als je een eetstoornis hebt. Vooral deze vorm van therapie heeft mij veel inzicht gegeven en geleerd dat er een heleboel zaken zijn waar ik niet alleen in sta. Alle onderwerpen waren op één of andere manier wel herkenbaar en te linken aan gedachten, gevoelens en gedrag waarin ik mezelf herkende. Op de jeugdgroepen waar ik eerder deel van uitmaakte zag ik vaak dat andere lotgenootjes zich dwars opstelden tegenover de hulpverleners. De eetstoornis was ontzettend sterk en hun motivatie voor behandelig was vaak klein, doordat het vaak vanuit de ouders kwam. Vrijwillige opname was daar zelden aan de orde, vandaar ook dat er op deze jongerengroepen veel meer werd gehandeld met nutri-, sondevoeding en rechterlijke machtigingen.
Naarmate ik ouder werd en meer zelfkennis kreeg, durfde ik me meer open te stellen voor de verpleegkundigen en behandelaren. Op een gegeven moment kreeg ik ook het heft in eigen handen om te beslissen of ik wel of geen opname wilde. Als tiener had ik dit never nooit gedaan, maar nu ik meer begrip en een reëler beeld had, kon ik deze keuze wel maken. De klinische groepen voor volwassenen waar ik mijn laatste 4 opnames doormaakte, waren compleet anders. Iedereen zat er vrijwillig, had eigen doelen en wist wat er ongewoon was aan de manier waarop ze in het leven stonden. De praatgroepen waren meer gericht op het delen van ervaringen, het kwetsbaar durven opstellen en zoeken naar herkenning en/of erkenning. Nu pas hoorde ik van anderen wat zij ervoeren, hoe zich hun leven afspeelde buiten de groep, wat er thuis gaande was en welke rol de eetstoornis daarin had. Dit maakte dat ik me sindsdien ook echt begon te realiseren dat ik bij mijn gevoel stil moest gaan staan. Hoe voelde ik me werkelijk bij de manier waarop ik leef? Bij de manier waarop de eetstoornis grip heeft op mij? En wat wil ik nu eigenlijk voor de toekomst? Langzaamaan durfde ik ook mijn boekje open te doen, te vertellen over het pesten, mijn angsten, dwangmatigheden en waar ik vanuit de eetstoornis allemaal over loog. Ik leerde onderscheiden wat allemaal deel uitmaakte van mijn ‘gezonde’ kant en wat van de eetstoornis.
...bijvoorbeeld het feit dat ik geen pindakaas meer op brood wilde eten. In de beginfases van de kliniek kreeg je elke lunch 2 belegkeuzes die aan elkaar gelijk waren. Elke dag een ander dilemma. Één van die dagen moest je kiezen tussen pindakaas of chocopasta en alhoewel ik pindakaas hartstikke lekker vind, koos ik altijd voor de chocopasta. Niet omdat ik dat op dat moment liever had, maar omdat er feitelijk gezien minder kcal in zaten dan wanneer ik pindakaas zou nemen. Het zou misschien 5 kcal schelen, een hoeveelheid die voor je lijf onmerkbaar is, maar in mijn hoofd een heel groot verschil maakte. Ik leerde vooral dat in deze situatie de eetstoornis de broek aan had en dat het geen waarheid was dat ik altijd maar zei dat ik geen pindakaas lustte. Door mijn eetstoornis heb ik dit 7 jaar niet gegeten en toen ik het voor het eerst weer durfde, denk ik dat ik in de opvolgende periode bijna dagelijks, of soms zelfs meermaals per dag, pindakaas at. Net alsof ik ineens niet zonder kon…

Gedachtes en gedragingen hieromtrent werden gedeeld in de therapiegroepen, wat bij mij mijn kritische blik versterkte. Ik kwam erachter dat er lotgenootjes waren die net als ik kozen voor chocopasta om dezelfde reden, maar er waren er ook juist die voor pindakaas kozen met hun eigen redenen. Doordat we onze bevindingen deelden, hoefden we ons ook niet raar te voelen. Er waren immers anderen die net zulke hersenspinsels hadden als wij zelf. Het feit alleen al dat je je hier bewust van wordt, zorgt voor minder verlegenheid of schaamte. Ook zonder meteen je gedrag aan te passen. Het erover hebben kan op de korte termijn opluchting geven, wat later omgezet wordt in een realistische blik op je gedachten. Vervolgens stel je doelen om je gedrag aan te pakken. Groepstherapie kan op die manier voor mooie resultaten zorgen, waarbij elk individu bijdraagt aan het herstel van zichzelf en anderen.
Tegenwoordig heb je de serie ‘Levenslang met Dwang’ op televisie. Met Jan Kooijman als presentator die onder leiding van een gespecialiseerd team, opgeleid in angsten en psychologie, aan de slag gaat met mensen die dwanghandelingen en -gedachten hebben. Alhoewel ik me vaak niet specifiek herken in de dingen die de kandidaten doen en denken, voel ik me toch altijd verbonden.
Het feit dat zij open durven te zijn over angsten die ze hebben, het vlak waarop ze in het dagelijks leven verschillen van ‘normale’ mensen, maakt dat ik me niet alleen voel met mijn mankementjes. Iemand met een eetstoornis komt nagenoeg niet in dit programma voor, omdat er daarvoor intensieve en aparte behandeling nodig is, maar toch zijn er overeenkomsten die ik ervaar. Daarnaast besef ik dat ik het heel erg waardeer dat de deelnemers zo eerlijk en open zijn, hoe zij zich voelen en wat ze in hun leven willen veranderen. Elke fase in de strijd wordt getoond en dat is bijzonder om te zien. Elke aflevering weer.
Hoe zou het zijn als ik in hun schoenen stond? Zouden anderen dan ook hetzelfde naar mij kijken?
Ieder mens is anders, uniek, met en zonder zijn gebreken. De uiterste vorm van perfectie is het om jezelf te kunnen zijn, je gewaardeerd en gerespecteerd te voelen in een veilige omgeving. Je hoeft je niet te schamen, je te verbergen om de trekjes die je hebt. Als jij de wil en intentie hebt om daar verandering in aan te brengen, dan kún je dat ook. Ook al heb je daar soms hulp en steun bij nodig. Door te delen zul je zien dat anderen ook open durven zijn, hulp bieden en maken dat je je niet verlaten en alleen hoeft te voelen in dit proces.
Get Together
Reactie plaatsen
Reacties