'De Kiloknaller'
Een term die veelvuldig ter sprake komt wanneer het over gewicht gaat in een kliniek voor mensen met eetstoornissen. Heel de week kijk je uit naar dat ene moment, maar tegelijkertijd ook weer niet. Het moment dat je in je 'geluksonderbroek', altijd diezelfde pyjama en met of zonder elastiekje in je haar op de weegschaal gaat staan. Zou je zijn aangekomen of afgevallen? En hoeveel? In deze blog geef ik je een kijkje in mijn wereld en hoe zo'n weegmoment impact heeft gehad op mijn leven...


Toen ik opgenomen zat in de kliniek, of dat nu bij Rintveld of bij Emergis was, werd er een vaste dag in de week gepland om te wegen. Degenen met wie je in de groep zat, waren ook verplicht om hieraan deel te nemen. Klinkt als een activiteit, maar ik noem het eerder een 'angstaanjagende attractie'.
's Ochtends vroeg, nog voordat de gordijnen geopend waren en iedereen net wakker is, wordt je opgewacht aan het einde van de gang. Soms heb je ook nog eens iemand in de nachtdienst zitten die om 7 uur, vlak voor zijn/haar vertrek, nog een ronde doet. Met de zaklamp schijnt ze in je kamer tot op je gezicht en buldert : 'Goeiemorgen!'. Vanaf de eerst deur kon je hem/haar al aan horen komen en hoopte iedere keer dat je werd overgeslagen. Maar helaas...
Ieder lotgenootje had een eigen ritueel voordat hij/zij op de weegschaal moest. Voor mij zag dit er zo uit :
- Ik werd wakker van mijn wekker en ging in bed op mijn dekens zitten om ademhalings- en rek-en-strekoefeningen te doen. Dit duurde ongeveer 5 minuutjes die me tot rust brachten. Dit deed ik toentertijd elke morgen.
- Vervolgens waste ik mijn gezicht, deed mijn make-up en kamde mijn haren. Zonder make-up durfde ik me niet te vertonen aan anderen en wanneer ik me niet gewassen had, was ik bang dat ik zwaarder zou wegen. Net alsof je gewicht laat verdwijnen als je je gezicht niet wast en je haren kamt, maar ja... in mijn hoofd werkte dit zo.
- Vervolgens ging ik altijd naar het toilet. Wanneer ik dit niet gedaan had of ik had niet de aandrang om te moeten gaan, raakte ik in paniek. Of dat nu een kleine of een grote boodschap was, ik MOEST gewoon geweest zijn, anders had ik misschien 'overbodig' gewicht dat in mijn buik bleef zitten en wat enkele getalletjes op de weegschaal kon schelen.
- Ook zorgde ik altijd dat ik dezelfde pyjama aan had. Of ik nu wel of niet hierin geslapen had die nacht.
- Soms was ik de eerste, vaak viel ik ergens tussen in de wachtrij. Één voor één gingen we de deur door waarachter het enige licht brandde dat er in de gang te zien was. Verder stonden we in het duister. Iedereen fluisterde met elkaar, deelde elkaars angsten en vroeg zich af wat er zou gebeuren als...
Daar is tie dan : 'De Kiloknaller', de grootste angst die iedereen met elkaar deelde. Het fenomeen dat je meer dan een kilo in de week zou zijn aangekomen. De norm die gesteld werd in de kliniek om aan te komen lag veelal tussen de 5 ons en een kilo, maar daardoor prentten we ons allen in dat we daar absolúút niet bovenuit mochten komen. In wezen was er geen enkele hoeveelheid acceptabel om aan te komen. Ik bedoel hiermee dat het heel fijn is voor de eetstoornis wanneer je afviel of stabiel bleef. Om lichamelijke veranderingen hoefde je je dan voor even geen zorgen te maken. Aan de andere kant gaf dit ook meteen een hele hoop angst, want wanneer je niet was aangekomen of zelfs was afgevallen, dan moest je je eetschema laten uitbreiden. Méér eten betekende in jouw ogen dan ook aankomen in gewicht en het ondergaan van de lichamelijke gevolgen hiervan.
Daartegenover kon het ook zo zijn dat je 5 ons of meer was aangekomen, wat betekende dat je lijf langzaamaan veranderde en letterlijk meer ruimte in beslag zou nemen. Het zou voor je omgeving en de buitenwereld steeds zichtbaarder worden dat je je ontluikt. Vele omstanders denken hierdoor ook dat de eetstoornisstem in je hoofd afneemt of langzaamaan verdwijnt, maar weten niet dat deze juist harder gaat schreeuwen. De onzekerheid over jezelf groeit, angst slaat toe en anderen zullen je als minder kwetsbaar beschouwen. Het lijkt hen normaal om opmerkingen als : 'je begint weer een bolle toet te krijgen' te kunnen maken. Dit schiet bij de eetstoornis natuurlijk in het verkeerde keelgat. Het enige voordeel was dat je je voeding niet hoefde aan te passen, wat op dat gebied dan weer wel rust gaf.
Hoe je het ook wendt of keert, of je nu aankomt/stabiel blijft/afvalt, het is nooit goed. Is het niet acceptabel voor de eetstoornis, dan is het dat wel niet omtrent de maatstaven van de hulpverlening. En andersom. Een dilemma waar je continu voor staat. De strijd om je gewicht en de controle hierover is een thema waar heel je leven om draait. Bezig zijn met koetjes en kalfjes is vaak niet aan de orde. Ik vond mijn gewicht en hoe ik eruit zag belangrijker dan bijvoorbeeld een verjaardagspartijtje, uitgaan, sociale activiteiten en het afspreken met leuke jongens. De angst om aan te komen was zó hoog, dat het met kop en schouders uitstak boven alle andere dingen die er in het leven toe doen. Dit is ook waarom ik nog nooit een relatie heb gehad, gezoend heb of überhaupt innig contact gehad met een jongen. Het is iets waar ik me enerzijds voor schaam, maar anderzijds ben ik me er wel bewust van geworden hoe groot het draagvlak is geweest dat de eetstoornis heeft gehad.
Maar goed, even terug naar het weegmoment waarbij iedereen in de gang staat te wachten. De rij staat vol met gespannen wachtenden. Enerzijds bang voor wat er op de weegschaal gaat komen en anderzijds om te willen weten wat er met het gewicht van groepsgenootjes is gebeurd. Wanneer iemand anders afgevallen of stabiel is gebleven, schiet bij de rest meteen de eetstoornis naar voren. Die willen dat natuurlijk ook, maar relativeren heel gauw deze gedachte door er tegenover te zetten dat degene die de gewichtsnorm niet heeft gehaald, zijn eetpatroon moet uitbreiden.
Wanneer een ander voldoende of meer dan de norm is aangekomen, stelt de rest zichzelf gerust met het idee dat, mocht hen hetzelfde overkomen, ze niet de enige zijn.

Nu ik dit allemaal terug lees, zie ik in hoe egocentrisch de gedachtegang van de eetstoornis is. Deze doet er namelijk alles aan om zijn eigen hachje te redden en wilt koste wat kost de controle over het gewicht behouden. Al zou je leven op het spel staan.
Ik vind het best confronterend, want egoïsme is juist een eigenschap die ik veracht. Zeker bij mezelf. Het karakter van de eetstoornis gaf mij een heel andere kijk op de wereld en de manier waarop ik met anderen om ging, was niet vanuit mijn ware aard. De eetstoornis nam mij volledig over en dat, om maar één ding dat continu door mijn hoofd spookte : mijn gewicht.
Bij deze spijt het me enorm naar iedereen die ik toentertijd niet met respect behandeld heb, misschien heb pijn gedaan of de kans heb gegeven me te benaderen. Doordat elke tel van mijn leven ging over het al dan niet kunnen veranderen en beïnvloeden van mijn gewicht, was ik veranderd in iemand die ik niet ben.
Gelukkig is dit sinds de MinnieMaud-methode weer gekeerd. Door meer in mijn lichaam te komen en hiernaar te luisteren, kwam ik ook weer in contact met mezelf en mijn ware emoties. Leren om meer aandacht en liefde aan mezelf te geven, gaf ook weer tijd en aandacht die ik aan anderen kon schenken. Eten speelt nog steeds een grote rol in mijn leven en ik ben nog regelmatig in conflict met angsten die mijn eetstoornis teisteren, maar mijn dag wordt niet meer continu door mijn gewicht beïnvloed. Ik heb geleerd dat het ook goed is om rustdagen in te plannen, een keer wat meer te eten of uit te slapen. Je bent niet ineens tien kilo zwaarder of past niet meer in je broek. En wat dan nog? De wereld zal niet vergaan en je bent er niet minder jezelf om met de kwaliteiten die je hebt. Jij bent jij en dat hangt niet alleen van je uiterlijk af.
Daarnaast ben ik ook véél minder frequent gaan wegen. Nu nog maar eens in de 6 weken, wat veel stress scheelt. Niet ieder akkefietje of liflafje zet me aan het denken, geeft me angst of dwingt me het te compenseren. Het is heel normaal dat je gewicht schommelt en pas op langere termijn kun je een goed overzicht krijgen wat hiermee precies gebeurt. Tussendoor heb je letterlijk zeeën van tijd om over andere dingen na te denken. Het volgende weegmoment en de confrontatie met je gewicht ligt toch een heel stuk verder in de toekomst, dus echte zorgen zijn op dat moment helemaal niet nodig. Wanneer je je wederom bewust bent van het feit dat je moet gaan wegen, is de tijd vaak al daar. Zo heeft het nog maar een klein beetje invloed op mijn dagelijkse leven en heb ik mezelf weer terug gevonden.
Soms lijkt het irreëel om weer een 'normaal' denkpatroon en leven te kunnen opbouwen, maar wanneer je gemotiveerd bent en stappen durft te zetten, zul je zien dat niets onmogelijk is.
Reactie plaatsen
Reacties