Een tijdje geleden schreef ik ook al een stuk over hoe het is om aan te komen in gewicht met de gedachtegang van iemand die Anorexia heeft. Tot nu toe stijg ik langzaam in gewicht, maar kan ik het wel steeds beter accepteren. Het feit dat ik overdag voldoende afleiding heb, sociale contacten die mij waarderen en respecteren om wie ik ben en een mindset die uitgaat van het positieve, helpen mij om het aankomproces minder beladen te laten voelen.
Dit is een enorm verschil met tien jaar geleden, toen mijn eetstoornis zich net begon te ontwikkelen. Als 13-jarig meisje kwam ik in aanraking met social media en dus ook met stijliconen die door leeftijdsgenootjes werden beaamd. Dat dun en slank zijn in de mode was, begon in opkomst te raken. Vetverbranding, een platte buik en bikinimodellen waren in deze periode bijna niet meer weg te denken. Programma's als Hollands Next Top Model waren razend populair en ook ik fantaseerde over een lijf en leven als dat van de modellen.
Alleen, zo'n lijf zou ik nooit krijgen, want daarvoor hield ik te veel van eten. Daarbij had ik toch niet de discipline om zo'n strict leef- en eetpatroon aan te houden...dacht ik.
Toen mijn eetstoornis vorm begon aan te nemen, besefte ik dat ik misschien toch wel de kracht had om mijn patronen te veranderen. Ik begon mijn voeding aan te passen en gezonder te gaan eten. Toen ik door had dat dit steeds beter leek te lukken, probeerde ik om maaltijden weg te laten en zo mijn gewicht te beïnvloeden. Ik zag dat ik langzaamaan af begon te vallen, in het begin nauwelijks, maar naarmate ik mijn nieuwe leefstijl aanhield, nam ook het tempo van gewichtsdaling drastisch toe. Het gaf een soort kick en zelfvertrouwen dat ik mijn eigen verwachtingen leek te overtreffen. Het dalende cijfertje op de weegschaal werd een obsessie en van één keer in de week, ging ik naar dagelijks, soms zelfs vaker, wegen. Alles ging over dat getalletje op de weegschaal en ik dacht dat ik er controle over had door het maar zo vaak mogelijk per dag te meten.
Mijn gewicht werd het hoofdonderwerp van mijn, het nam heel mijn dag in beslag en ik kon het niet stoppen of uitschakelen. Het enige waaraan ik mijn gedachtes ernaast nog kwijt kon, was mijn schoolwerk. Ik houd van leren, het vergaren van kennis en oplossen van vraagstukken. Later in mijn herstelproces en tijdens klinische opnames heeft dit mij ook heel erg geholpen om alle narigheid even op een zijspoor te zetten.

Na 7 jaar aan klinische opnames lukte het nog steeds niet om mijn gedachtegang te veranderen. Alles wat de Anorexia me ingaf te doen, stond ik het teken van afvallen en had voor mij prioriteit. Bij aanvang van elk klinisch traject moest ik eerst door de hel van gehoorzamen en aankomen, eer ik weer de vrijheid wilde krijgen om mijn plan te trekken en af te vallen. In de kliniek werd (maar) eens per week gewogen, onder 'controle´ van de verpleegkundigen. Doch, soms toverde ik thuis nog wel eens de weegschaal tevoorschijn als 'tussenstop´. Totdat mijn moeder dit doorhad en op aanraden van de instelling de weegschaal verstopte.
Natuurlijk vond ik dit verschrikkelijk en zocht ik me tijdens mijn weekendverlof suf naar die weegschaal. Maar, tevergeefs... Achteraf heb ik nog wel eens navraag gedaan bij mijn moeder wat ze nou precies met de weegschaal gedaan had. Blijkbaar had ze hem bij de buurvrouw in de garage mogen zetten, een plaats waar ik zelf nooit aan gedacht zou hebben. Heel slim...
Ondanks dat dit voor mij erg moeilijk was, denk ik dat het ook een eerste stap is geweest om wat meer afstand te doen van mijn gewicht. Doordat ik nu elke week mijn voortgang zag in de kliniek en dit patroon zich staande bleef houden, ook tijdens ambulante zorg, raakte ik aan deze frequentie gewend. Ik kon niet meer zelf bepalen wanneer ik mijn gewicht zag en mijn eetpatroon erop afstemmen. Dit werd nu allemaal onder toezicht gedaan en ik kon niet anders dan leren accepteren dat het ging zoals het ging. Het aankomen in gewicht, wat verplicht was, werd er niet minder naar door, maar de continue drang om op die weegschaal te staan, nam naarmate dat de tijd vorderde, af.
Tijdens één van mijn laatste opnames bij Rintveld heb ik een verhelderend gesprek gehad met de diëtiste. Hoe betrouwbaar is het om wekelijks te wegen? Ze legde me uit dat het voor de behandeling van je eetstoornis een snelle manier was om te peilen wat je gewicht doet, maar dat het op langere termijn pas echt zichtbaar is wat er in je lichaamsgewicht gebeurt. Ze was er zelf eigenlijk voorstander van om zo min mogelijk op de weegschaal te staan. Eens in de 1 à 2 maanden bijvoorbeeld. Dit zou, omdat je dan een eetstructuur op langere termijn aanhoudt, betrouwbaarder zijn. In de tussentijd kan je hormoonspiegel, vochthuishouding en maag- en darminhoud heel erg schommelen. Dit heeft ook met zó veel factoren te maken. Wist je dat je gewicht van dag tot dag met 2 kilo kan verschillen? Enkel doordat bovengenoemde waarden worden beïnvloedt door wat je op een dag doet en eet? Pas op langere termijn kun je daar de gevolgen van zien.
Door dit inzicht begon ik pas echt te beseffen dat het geen nut had om heel vaak op de weegschaal te gaan staan. Ik begon van het wekelijkse ritme in de kliniek zelfs een afkeer te krijgen.

En toen, na 9 jaar aan klinische opnames, kwam de dag dat ik de afhankelijkheid en het braaf gehoorzamen aan het zorgtraject beu was. Beu, zoals ik ook geen zin meer had om elke week mijn gewicht te hoeven zien. De plannen voor MinnieMaud waren al gesmeden en ik wilde de eerste 5 weken hiervan überhaupt niets weten over mijn gewicht.
Ik ging met ontslag en startte mijn nieuwe leef- en eetpatroon. De druk viel van mijn schouders. Over vijf weken zou ik pas weten wat het eten met mijn lichaam doet, dus als ik nu iets heel moeilijks doe dan ben ik het tegen de tijd dat ik op de weegschaal sta al lang weer vergeten. Dit was en is ook zo. Iedere keer als ik nu mijn gewicht bijhoudt (zo'n 1x in de 4 à 5 weken) weet ik niet meer specifiek het product waar ik het aankomen de schuld van geef. Ik kan beter accepteren dat mijn gewicht zich spreid over alle voeding en niet afhangt van één ding.
De ruimte die dit in mijn hoofd geeft, zorgt voor rust en positieve emoties. Spontaniteit, enthousiasme, ambitie en levenslust zijn mooie eigenschappen om terug te krijgen en ook zelf te ervaren. Ik hoor ze terug van anderen, ben opener en heb ook meer zin in het leven. Andere onderwerpen zijn op de voorgrond gekomen en pas wanneer het weer tijd is om te gaan wegen, besef ik dat de Anorexia ook nog input heeft. Het feit dát ik aankom, maakt me de eerste dagen na het wegen soms nog onzeker, maar door mijn routine weer op te pakken, verdwijnt dit al snel. Het besef dat ik nog altijd evenveel gewaardeerd en geaccepteerd wordt door mijn omgeving maken dat ik het aankomen in gewicht niet meer aan mijn zelfbeeld link. Zwaarder worden heeft met veel meer te maken dan enkel (onder)waardering. Het vergt tijd om dit proces door te komen, maar dan heb je wel iets waar je voor de rest van je leven profijt hebt.
Reactie plaatsen
Reacties